Met een halve liter bier in de hand betreden we de zaal waar Tyler Ramsey het voorprogramma verzorgt. Tyler is een bandlid van The Band of Horses, maar speelt solo als singersongwriter verstilde gitaarmuziek. Lange nummers met veel snaren plukken. Niet onaardig, maar gaat wel een beetje snel vervelen.
Vrij vlot nadat Tyler zijn spullen heeft opgeruimd komt The band of Horses op. We zien 5 jongens die zo van de tractor geplukt kunnen zijn om 'savonds nog even een deuntje te spelen. Spreekwoordelijk hangt de geur van hooi en mest nog om ze heen. De heren hebben er zin in. Het is hun tweede optreden van hun Europese tour en uit hun opmerkingen valt op te maken dat het de avond er voor niet echt geweldig was gegaan. Ze willen een herstart, nou die krijgen ze. Ondanks de relatieve onbekendheid van de band staat de Oosterpoort bijna vol. dat is natuurlijk altijd prettig, maar geeft ook een bepaalde sfeer van verwachting. Die verwachting lossen de heren na 3 of 4 nummers ruimschoots in. We worden getracteerd op stevige indierock met veel gitaren en zo nu en dan een jammerend hammondorgel. De bassist bespeelt de bas alsof het een slaggitaar is. Volgens mij moeten de eerste kootjes van zijn vingens van teflon zijn. Als de heren handen te kort komen schuift zelfs een van de roadies nog even met een gitaar aan op het podium.
De nummers zijn relatief kort, waardoor het moment waarop je denkt: "ïk heb het nu wel gehoord" vlot wordt gevolgd door het slot van het nummer. De heren uit Seattle zijn al sinds 2004 van de tractor en hebben al een aantal albums op hun naam staan. Het laatst album Infinite Arms(2010) wordt niet als hun beste album gezien. Te veel trage ballads. Live hebben de mannen daar echter geen last van. Ze rocken lekker door. Een verstild nummer als Factory is dan even een mooi rustpuntje.
Topavond gehad en vastgesteld dat paarden kunnen zingen.